De klantenvergoeding bij de beëindiging van een agentuurovereenkomst vormt vaak een heikel punt. Wij schreven hier eerder over. De agent meent veelal recht te hebben op een aanzienlijke klantenvergoeding, terwijl de principaal meent dat die vergoeding niet zo hoog hoeft te zijn. In deze blog gaan wij kort in op de regels uit de wet en de jurisprudentie.
Wet
Conform artikel 7:442 lid 1 BW heeft een agent bij het beëindigen van de agentuurovereenkomst in principe recht op een klantenvergoeding. Dit geldt wanneer de agent nieuwe klanten heeft aangetrokken of de overeenkomst met bestaande klanten aanzienlijk heeft uitgebreid, en deze klanten nog steeds aanzienlijke voordelen opleveren voor de principaal. Het bedrag van de klantenvergoeding mag niet hoger zijn dan de beloning over één jaar, berekend op basis van het gemiddelde van de laatste vijf jaren, of de gehele duur van de overeenkomst als die korter heeft geduurd. Partijen mogen voor het einde van de agentuurovereenkomst niet afwijken van deze wettelijke regeling, zoals bepaald in artikel 7:442 BW.
Rechtspraak
In het arrest van 2 november 2012 heeft de Hoge Raad de berekening van de klantenvergoeding in drie fasen vastgesteld. Op 19 mei 2017, heeft de Hoge Raad verdere verduidelijking gegeven. Volgens dit arrest moet een agent eerst aannemelijk maken dat de principaal na beëindiging van de agentuurovereenkomst nog steeds voordeel kan halen uit de klantrelaties die de agent heeft aangebracht of geïntensiveerd. Pas daarna kan de kwantificering van dit voordeel plaatsvinden.
Een zaak tussen Corendon, een reisorganisator, en Prijsvrij verduidelijkt dit punt. Na beëindiging van hun agentuurovereenkomst vorderde Prijsvrij een klantenvergoeding ter grootte van haar gemiddelde provisie op Corendon-reizen over 12 maanden. De kantonrechter wees de vordering toe, maar het hof wees deze af. Prijsvrij kon niet aannemelijk maken dat Corendon nog voordeel kon halen uit de klantrelaties. De Hoge Raad bevestigde dat het imago van de touroperator en positieve ervaringen een rol spelen bij de keuze van de klant, maar Prijsvrij kon onvoldoende aantonen dat Corendon hier nog duurzaam voordeel uit kon halen. Daarom had Prijsvrij geen recht op een klantenvergoeding.
Slot
Heeft u vragen over de agentuurovereenkomst of over de klantenvergoeding bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst? Neem dan vrijblijvend contact met ons op! Wij staan op grote schaal agenten en principalen bij.